ECLI:NL:CRVB:2015:269
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over terugvordering van levensloopuitkeringen door gemeente Den Haag
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2015, wordt de terugvordering van te veel betaalde levensloopuitkeringen door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan de orde gesteld. De betrokkenen, die werkzaam waren bij de brandweer van de gemeente, ontvingen levensloopuitkeringen die hoger waren dan het rechtmatige percentage van 70% van hun bezoldiging. Dit was het gevolg van een te hoge levensloopbijdrage die door de gemeente was overgemaakt naar hun levensloopverzekeringen bij Loyalis N.V. De gemeente ontdekte in 2012 dat de uitkeringen te hoog waren en besloot deze aan te passen en het te veel betaalde bedrag terug te vorderen. De rechtbank Den Haag had eerder de besluiten van de gemeente vernietigd, omdat de gemeente niet bevoegd was om de levensloopuitkeringen terug te vorderen, aangezien deze uitkeringen voortvloeiden uit een verzekeringsovereenkomst tussen de betrokkenen en Loyalis, waarbij de gemeente geen partij was. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de gemeente wel bevoegd is om het bedrag van de te veel betaalde levensloopbijdrage terug te vorderen, maar niet de levensloopuitkeringen zelf. De Raad draagt de gemeente op om het gebrek in de bestreden besluiten te herstellen en nieuwe beslissingen op bezwaar te nemen, waarbij de hoogte van het terug te vorderen bedrag moet worden gebaseerd op het verschil tussen de levensloopbijdragen die de gemeente had moeten storten en de daadwerkelijk betaalde bijdragen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de gemeente om zorgvuldig om te gaan met de terugvordering van onverschuldigde betalingen en de rechten van de betrokkenen.