ECLI:NL:CRVB:2015:2744
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van persoonsgebonden budget (pgb) wegens inconsistentie in ingediende gegevens en schending hoorplicht
In deze zaak gaat het om de intrekking van een persoonsgebonden budget (pgb) dat was toegekend aan [naam 2] door het Zorgkantoor. Het Zorgkantoor heeft het pgb stopgezet omdat er inconsistenties waren in de ingediende gegevens, waardoor het niet mogelijk was om de besteding van het pgb te controleren. De Raad voor de Rechtspraak heeft geoordeeld dat de hoorplicht niet is geschonden, omdat [naam 2] niet in zijn belangen is geschaad door het niet horen voor het besluit van 12 maart 2009. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Zorgkantoor niet verplicht was om [naam 2] te horen, en deze uitspraak is door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad concludeert dat de ingediende stukken niet als een deugdelijke verantwoording kunnen dienen, en dat het Zorgkantoor terecht het pgb heeft ingetrokken. De appellanten hebben niet kunnen aantonen dat het Zorgkantoor in strijd met het gelijkheidsbeginsel of het verbod van willekeur heeft gehandeld. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.