ECLI:NL:CRVB:2015:297
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- R.E. Bakker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op WGA-uitkering na arbeidsongeschiktheid door auto-ongeval
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot haar recht op een WGA-uitkering. Appellante, die als helpdeskmedewerker werkte, meldde zich ziek na een auto-ongeval in 2007. Na een medische beoordeling door het Uwv in 2010 werd vastgesteld dat zij 52,5% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot een loongerelateerde WGA-uitkering. Echter, na een herbeoordeling in 2010 werd haar arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 11%, wat resulteerde in de conclusie dat zij per 22 december 2010 geen recht meer had op een WGA-uitkering. Appellante ging in beroep tegen dit besluit, maar de rechtbank verklaarde haar beroep ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht oordeelde dat het Uwv zorgvuldig had gehandeld. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe medische feiten waren die de eerdere beoordelingen van het Uwv konden ondermijnen. De klachten van appellante, waaronder psychische klachten, werden niet als voldoende onderbouwd beschouwd om haar arbeidsongeschiktheid te verhogen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv de belastbaarheid van appellante niet had overschat. De beslissing van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.