ECLI:NL:CRVB:2015:3108
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor inrichtingskosten van een woning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die van 22 oktober 2009 tot en met 12 augustus 2012 bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de inrichtingskosten van haar nieuwe woning in Albrandswaard. De aanvraag werd afgewezen omdat tijdens een huisbezoek was vastgesteld dat de woning al was voorzien van laminaat, luxaflex en een gasfornuis. De Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor de aanschaf van deze goederen, aangezien appellante feitelijk over middelen beschikte om deze kosten te dekken. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat appellante een aanvraag voor verhuiskosten had ingediend, en dat de afwijzing van de aanvraag voor inrichtingskosten terecht was. De Raad benadrukte dat bijzondere bijstand niet kan worden verleend voor kosten die ten tijde van de aanvraag al waren gedekt.