ECLI:NL:CRVB:2015:3467
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag bijstandsverlening en inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Elburg ongegrond heeft verklaard. Appellant en zijn partner hebben op 14 mei 2013 een aanvraag voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Het college heeft de aanvraag op 13 augustus 2013 buiten behandeling gesteld, omdat de verstrekte inlichtingen onvoldoende waren om de aanvraag te beoordelen. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de beslissing van het college bevestigd.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij voldoende informatie heeft verstrekt en dat hij te allen tijde heeft meegewerkt aan het onderzoek. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het college ten onrechte toepassing heeft gegeven aan artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), maar dat het bestreden besluit stand kan houden op basis van andere gronden. De Raad heeft vastgesteld dat appellant de inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet voldoende duidelijkheid te verschaffen over zijn woon- en leefsituatie. De Raad heeft het hoger beroep van appellant ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, met verbetering van gronden. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellant in hoger beroep.