ECLI:NL:CRVB:2015:3487
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet duurzaam gescheiden leven
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, waarbij de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant is gehandhaafd. Appellant ontving sinds 6 juli 2009 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en was gehuwd met Z, met wie hij twee kinderen heeft. Na een melding dat appellant mogelijk een gezamenlijke huishouding voerde met Z, heeft de gemeente Haarlem een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant niet duurzaam gescheiden leefde van Z, wat resulteerde in de intrekking van zijn bijstand. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen de besluiten van het college ongegrond.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij nooit samen met Z heeft geleefd en dat er slechts sprake was van een tijdelijke situatie waarin hij zorg droeg voor de kinderen en Z. De Centrale Raad van Beroep heeft echter vastgesteld dat appellant en Z in de relevante periode gehuwd waren en dat er voldoende bewijs was dat appellant regelmatig bij Z verbleef en zorg verleende. De Raad concludeert dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet te melden dat hij niet duurzaam gescheiden leefde van Z. Hierdoor heeft hij ten onrechte bijstand ontvangen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.