ECLI:NL:CRVB:2015:3525
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- E. Dijt
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onverschuldigd betaalde toeslag en inlichtingenplicht bij aanvraag Toeslagenwet
In deze zaak gaat het om de terugvordering van onverschuldigd betaalde toeslag op basis van de Toeslagenwet (TW). Appellant, die sinds 2000 een uitkering ontvangt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), heeft in 2007 een toeslag aangevraagd. Bij de aanvraag heeft hij echter verzuimd om zijn WAO-aanvulling van Stichting Pensioenfonds TNT te vermelden. Dit leidde tot een herziening van de toeslag in 2012, waarbij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) de onverschuldigd betaalde toeslag van € 3.917,14 terugvorderde. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellant ongegrond, omdat hij zijn inlichtingenplicht niet was nagekomen.
In hoger beroep herhaalt appellant zijn argumenten en stelt hij dat hij de specificatie van zijn WWB-uitkering bij de aanvraag heeft gevoegd, waaruit blijkt dat hij een WAO-aanvulling ontving. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat, ongeacht of de specificatie was bijgevoegd, appellant op het aanvraagformulier zelf duidelijk had moeten aangeven dat hij een WAO-aanvulling ontving. De Raad concludeert dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad wijst erop dat appellant zijn stellingen niet met bewijsstukken heeft onderbouwd en dat de terugvordering gerechtvaardigd is.
De uitspraak bevestigt de noodzaak voor aanvragers van toeslagen om volledig en eerlijk hun inkomsten op te geven, en benadrukt de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.