ECLI:NL:CRVB:2015:3541
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep na intrekking
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. Op 6 april 2015 verzocht appellante om uitstel van haar hoger beroep, maar op 18 april 2015 trok zij haar hoger beroep in. Later, op 9 juni 2015, heeft appellante geprobeerd deze intrekking ongedaan te maken, omdat zij geen antwoord had gekregen op een vraag over de behandeling van nieuwe medische verslagen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 oktober 2015 geoordeeld dat de intrekking van het hoger beroep rechtsgeldig was en dat deze niet meer ongedaan kon worden gemaakt na het verstrijken van de beroepstermijn. De Raad concludeerde dat appellante bewust had gekozen voor intrekking en dat er geen omstandigheden waren die haar in een situatie van dwaling of dwang hadden gebracht. De Raad verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en wees een proceskostenveroordeling af.