ECLI:NL:CRVB:2015:355
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.F. Wagner
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen besluit Zorgkantoor inzake persoonsgebonden budget
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de ontvankelijkheid van een bezwaar dat appellant had ingediend tegen een besluit van het Zorgkantoor, dat hem een persoonsgebonden budget had toegekend. Appellant had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de rechtbank verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Appellant stelde dat zijn medische situatie hem verhinderde om tijdig bezwaar te maken. De Raad oordeelde dat uit de medische verklaring niet bleek dat appellant niet in staat was om een bezwaarschrift in te dienen of iemand te vragen dit namens hem te doen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat appellant het bezwaarschrift na afloop van de bezwaartermijn had ingediend en dat er geen grond was voor een verschoonbare termijnoverschrijding. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de aangevallen uitspraak terecht was bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.