ECLI:NL:CRVB:2015:3561
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvragen van een dakloze in het kader van gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een dakloze man, had bijstandsaanvragen ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De aanvragen werden afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, omdat de appellant niet voldoende inzicht had gegeven in zijn verblijfsituatie en omdat hij een gezamenlijke huishouding zou voeren met een andere persoon, H. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant op verschillende momenten niet op de opgegeven verblijfslocaties werd aangetroffen en dat hij weigerde informatie te verstrekken over zijn feitelijke verblijfplaats. Dit leidde tot de conclusie dat hij de inlichtingenverplichting had geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad heeft ook geoordeeld dat de zolderkamer waar de appellant verbleef niet als zelfstandige woning kon worden aangemerkt, omdat hij niet beschikte over de noodzakelijke voorzieningen zoals een eigen keuken en toilet. De Raad bevestigde de afwijzing van de bijstandsaanvragen en de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter, waarbij werd geoordeeld dat de appellant en H een gezamenlijke huishouding voerden. De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de inlichtingenverplichting voor het verkrijgen van bijstand.