ECLI:NL:CRVB:2015:3563
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens betrokkenheid bij hennepkwekerij
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die betrokken zou zijn geweest bij een hennepkwekerij. Appellant ontving sinds 24 november 2010 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand. Naar aanleiding van een melding dat in zijn woning een hennepkwekerij was aangetroffen, heeft de sociale recherche van de gemeente Maassluis een onderzoek ingesteld. Tijdens een verhoor op 17 juli 2012 heeft appellant verklaard dat hij onder druk stond van Bosnische mannen en dat hij een ruimte in zijn huis ter beschikking had gesteld voor de kwekerij. De sociale recherche concludeerde dat appellant zijn activiteiten met betrekking tot de hennepkwekerij niet had gemeld, wat leidde tot de herziening van zijn bijstand per 1 april 2012 en de terugvordering van € 3.075,16.
De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep heeft appellant zijn gronden herhaald, maar de Raad oordeelde dat hij niet met objectieve en verifieerbare gegevens had aangetoond dat hij de hennepkwekerij niet zelf had geëxploiteerd. De Raad benadrukte dat de schending van de inlichtingenverplichting een rechtsgrond vormt voor intrekking van de bijstand, indien niet kan worden vastgesteld of appellant recht op bijstand had. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant niet in zijn bewijslevering was geslaagd. De uitspraak werd gedaan door Y.J. Klik, met M.S. Boomhouwer als griffier.