ECLI:NL:CRVB:2015:3848
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand op grond van persoonlijke omstandigheden en noodzakelijke kosten
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die zijn beroep tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Oost Achterhoek ongegrond had verklaard. Appellant had bijzondere bijstand aangevraagd op basis van verschillende kosten, waaronder een vordering van een incassobureau en kosten voor een deskundige. Het dagelijks bestuur heeft deze aanvragen afgewezen, onder andere omdat de aanvragen te laat waren ingediend en de kosten niet als noodzakelijk werden beschouwd. De rechtbank heeft deze afwijzing bevestigd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat appellant onvoldoende persoonlijke omstandigheden heeft aangevoerd die in aanmerking genomen hadden moeten worden bij de beoordeling van zijn aanvragen. De Raad oordeelt dat het dagelijks bestuur terecht heeft geoordeeld dat de kosten waarvoor appellant bijstand heeft aangevraagd, niet noodzakelijk zijn. De eerdere afwijzing van een aanvraag voor soortgelijke kosten is daarbij van belang. De Raad concludeert dat de kosten voortkomen uit de keuze van appellant om zijn rekeningen niet te betalen, wat niet kan worden afgewenteld op het dagelijks bestuur.
De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door P.W. van Straalen, in tegenwoordigheid van M.S. Boomhouwer als griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 november 2015.