ECLI:NL:CRVB:2015:4286
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet en recht op zorg in woonland
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die in het Verenigd Koninkrijk woont en een bijdrage Zorgverzekeringswet (buitenlandbijdrage) moet betalen op zijn AOW-pensioen. De Centrale Raad van Beroep behandelt de zaak na een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, geboren in 1938, heeft in Nederland gewoond en gewerkt, maar woont sinds 2010 in het Verenigd Koninkrijk. Hij ontvangt een AOW-pensioen en heeft ook pensioen uit België en Duitsland. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de inhouding van de buitenlandbijdrage, omdat hij vindt dat hij oververzekerd is en dat onvoldoende rekening is gehouden met de situatie van zijn echtgenote, die Engelse nationaliteit heeft en recht heeft op zorg van de NHS.
De Raad oordeelt dat het Zorginstituut terecht de buitenlandbijdrage heeft ingehouden, omdat de appellant en zijn echtgenote recht hebben op zorg in het Verenigd Koninkrijk ten laste van Nederland, op basis van Europese regelgeving. De Raad stelt vast dat de appellant onder de werkingssfeer van de relevante Europese verordening valt en dat Nederland verantwoordelijk is voor de zorgkosten in het woonland van de appellant. De Raad bevestigt dat de buitenlandbijdrage ook verschuldigd is voor de echtgenote, ondanks haar recht op zorg in het Verenigd Koninkrijk, omdat zij als gezinslid van de appellant ook recht heeft op zorg ten laste van Nederland. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.