ECLI:NL:CRVB:2015:4850
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- R.E. Bakker
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Herziening en intrekking van WIA-uitkering met terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening en intrekking van een WIA-uitkering van appellant. Appellant had zich ziek gemeld met psychische klachten en ontving aanvankelijk een WIA-uitkering. Het Uwv heeft echter besloten om deze uitkering met terugwerkende kracht in te trekken, omdat zij van mening was dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door onjuiste informatie te verstrekken over zijn gezondheidstoestand. De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar in hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak opnieuw beoordeeld.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellant onjuiste informatie heeft verstrekt over zijn gezondheidstoestand vanaf 2 december 2008. De Raad oordeelde dat de bevindingen van de psychiater Notten niet voldoende onderbouwd waren om te concluderen dat appellant zijn inlichtingenplicht had geschonden. De Raad heeft de besluiten van het Uwv tot intrekking van de WIA-uitkering en de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering vernietigd. Tevens is het Uwv veroordeeld in de kosten van appellant, die zijn begroot op € 2.940,-. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige informatieverstrekking door het Uwv en de noodzaak om de rechten van de verzekerde te waarborgen.