Uitspraak
OVERWEGINGEN
25 februari 2008 gedeeltelijk gegrond verklaard en een indicatie gesteld voor de zorgfunctie Persoonlijke verzorging, klasse 2, voor de periode van 1 juli 2008 tot 1 oktober 2008.
3 maart 2010, telefonisch contact met Rhezouani en bestuderen van de ontvangen informatie van F. Kaya, B. Ozsoy en R. Aallali van I-psy van 19 maart 2010, heeft Sennema geconcludeerd dat de indruk is gewekt dat er nauwelijks behandeling heeft plaatsgevonden. Uit het behandelplan van het huidige behandelteam blijkt evenmin, ondanks gerichte vraagstelling daartoe, een noodzaak voor inzet van AWBZ-zorg naast behandeling. De door Kaya geadviseerde begeleiding door MEE is voorliggend op AWBZ-zorg. Verder is telefonisch besproken met Rhezouani dat de huidige behandelaar niet beschikt over meer informatie inzake de diagnostiek, het behandelbeleid en de voortgang van de behandeling ten tijde van de in geding zijnde periode. De psychiatrische problematiek was in 2008 niet anders dan nu, alleen is appellante nu psychiatrisch gediagnosticeerd. Volgens Sennema kan dan ook niet worden onderbouwd dat er in 2008 een heel ander behandelbeleid nodig was dan nu. Het is nog onbekend wat het resultaat is van de huidige behandeling. Ten slotte overweegt Sennema dat inzet van ondersteuning juist belemmerend kan werken op de behandeling.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.