ECLI:NL:CRVB:2015:706
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- A.M. Overbeeke
- G.M.G. Hink
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellant met bezittingen in Marokko
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die in Marokko bezittingen heeft. Appellant heeft vanaf 5 oktober 2005 bijstand ontvangen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De gemeente Rotterdam ontving op 17 maart 2010 een melding dat appellant in Marokko twee huizen en een auto bezat. Dit leidde tot een onderzoek door de Afdeling Bijzonder Onderzoek van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De taxatie van de onroerende zaken in Marokko wees uit dat appellant eigenaar was van een perceel grond, maar niet van het andere huis. Het college heeft de bijstand van appellant per 1 september 2011 ingetrokken, omdat hij niet had gemeld dat hij over vermogen beschikte dat de vermogensgrens overschreed. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de bezwaarschriftencommissie het bestuur niet heeft gehoord, wat in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de werkwijze van de bezwaarschriftencommissie inderdaad in strijd was met de Awb, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond en vernietigt dat besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Het college wordt veroordeeld in de proceskosten van appellant.