ECLI:NL:CRVB:2015:707
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functieonderhoud van een hulpofficier van justitie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 maart 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die werkzaam was als hulpofficier van justitie. De appellant had verzocht om functieonderhoud op basis van de Tijdelijke regeling functieonderhoud politie, omdat hij meende dat zijn werkzaamheden wezenlijk afweken van de voor hem geldende functiebeschrijving. De korpschef had eerder zijn verzoek afgewezen, maar de Raad oordeelde dat de appellant aannemelijk had gemaakt dat hij meer dan incidenteel werkzaamheden had verricht die wezenlijk afweken van zijn functie. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg en verklaarde het beroep gegrond. De Raad bepaalde dat de werkzaamheden van de appellant als hulpofficier van justitie aan de functiebeschrijving moesten worden toegevoegd. Tevens werd de korpschef veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 1.960,- bedroegen, en moest het griffierecht van € 406,- worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte functiebeschrijving en de erkenning van de werkzaamheden die een ambtenaar daadwerkelijk verricht.