ECLI:NL:CRVB:2015:855
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- G.M.G. Hink
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing nieuwe aanvraag om bijstand na eerdere intrekking door appellanten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellanten, die eerder bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), hadden hun aanvraag om bijstand opnieuw ingediend na een eerdere intrekking van hun bijstandsrechten. De rechtbank had het beroep van de appellanten tegen de afwijzing van hun aanvraag ongegrond verklaard, omdat zij niet voldoende duidelijkheid hadden verschaft over hun financiële situatie. De Raad oordeelde dat de appellanten er niet in waren geslaagd om aan te tonen dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden die recht gaven op bijstand. De Raad benadrukte dat het op de weg van de aanvrager ligt om aan te tonen dat hij voldoet aan de voorwaarden voor bijstand, vooral na een eerdere intrekking. De appellanten hadden aangegeven dat zij in de periode van hun aanvraag leefden van giften en leningen, maar de Raad vond dat zij deze stellingen niet voldoende hadden onderbouwd. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de appellanten niet in staat waren geweest om de onduidelijkheid over hun financiële situatie weg te nemen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af.