Uitspraak
15 juli 2015, 12/37, 12/408 en 12/2138 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak, voorzover aangevochten;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit II in stand blijven;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van betrokkene, die zich arbeidsongeschikt had gemeld na een periode van werk als schilder. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de ZW-uitkering van betrokkene per 4 augustus 2011 had beëindigd op basis van de geschiktheid voor bepaalde functies in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De rechtbank had het beroep van betrokkene tegen de bestreden besluiten deels gegrond verklaard, maar de Centrale Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat betrokkene niet geschikt was voor de functies die in het kader van de WIA-beoordeling waren geselecteerd. De Raad concludeerde dat de appellant weliswaar een onjuiste motivering had gegeven, maar dat de conclusie dat de ZW-uitkering terecht was beëindigd, juist was. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit II in stand blijven, wat betekent dat de ZW-uitkering van betrokkene per 4 augustus 2011 niet wordt voortgezet.