ECLI:NL:CRVB:2016:1872
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- M.S.E.S. Umans
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en ziekengeld op basis van medische gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 mei 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over zijn recht op ziekengeld. Appellant, die eerder werkzaam was als medewerker passantenverblijf, had zich op 12 april 2012 ziek gemeld met lichamelijke en psychische klachten. Het Uwv had vastgesteld dat appellant per 11 juli 2013 geen recht meer had op ziekengeld, wat appellant betwistte. Hij stelde dat zijn beperkingen door het Uwv waren onderschat en dat hij zijn arbeid op de datum in geding niet kon verrichten. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de Raad de medische onderzoeken en beoordelingen van het Uwv kritisch bekeken. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de artsen van het Uwv voldoende informatie hadden verzameld om tot hun conclusies te komen. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat appellant meer beperkt was dan het Uwv had vastgesteld. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een onafhankelijke deskundige te raadplegen, aangezien de medische informatie die door appellant was ingediend niet de betekenis had die hij eraan wenste toe te kennen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente af.