ECLI:NL:CRVB:2016:2121
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schadevergoedingsverzoek en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een schadevergoedingsverzoek van verzoekster tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en de Staat der Nederlanden. De zaak betreft een verzoek om vergoeding van proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Verzoekster had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv, dat op 1 april 2016 werd gewijzigd, waarbij haar een Wajong-uitkering werd toegekend. Verzoekster heeft de hoger beroepen ingetrokken nadat het Uwv aan haar bezwaren tegemoet was gekomen. De Raad heeft de kosten van rechtsbijstand in zowel de eerste als de tweede zaak begroot en het Uwv veroordeeld tot betaling van deze kosten, die in totaal € 5.554,40 bedragen. Daarnaast heeft de Raad de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van € 1.500,- aan verzoekster wegens de overschrijding van de redelijke termijn in de rechterlijke fase van de procedure. De Raad heeft daarbij de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Beroepswet in overweging genomen, evenals de jurisprudentie met betrekking tot de redelijke termijn.