ECLI:NL:CRVB:2016:2130
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- H. van Leeuwen
- L. Koper
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Wajong-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 juni 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die een Wajong-uitkering had aangevraagd. De aanvraag was eerder door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat de appellant vanaf 27 maart 1993 arbeidsongeschikt was. De Raad had eerder een tussenuitspraak gedaan waarin werd vastgesteld dat het Uwv een aanvullende beoordeling moest maken. Na deze tussenuitspraak heeft het Uwv een nieuwe beslissing genomen, maar de appellant was van mening dat deze beslissing niet voldoende tegemoetkwam aan zijn bezwaren. De Raad heeft de nadere beslissing van het Uwv betrokken bij zijn oordeelsvorming en deze als bestreden besluit 2 aangemerkt. De Raad oordeelde dat het Uwv in zijn beoordeling voldoende zorgvuldig te werk was gegaan en dat de medische gegevens voldoende basis boden voor de vastgestelde beperkingen. De Raad heeft het hoger beroep van de appellant gegrond verklaard, het eerdere besluit van het Uwv vernietigd en geoordeeld dat de nadere beslissing van het Uwv in stand kon blijven. Tevens is het Uwv veroordeeld in de kosten van de appellant.