ECLI:NL:CRVB:2016:2315
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.H. Bangma
- J.C.F. Talman
- Rechtspraak.nl
Financiële compensatie en functieonderhoud in het ambtenarenrecht met betrekking tot gelijke beloning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de financiële compensatie en functieonderhoud van een ambtenaar die werkzaam was bij de gemeente Breda. De zaak betreft een hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De betrokkene, die als senior [functie 1] werkte, stelde dat hij vanaf 1 maart 2008 tot 1 maart 2012 recht had op een tijdelijke toeslag naar salarisschaal 11, omdat zijn collega’s in de [vakdirectie 3] vanaf 1 maart 2008 hoger werden bezoldigd voor gelijke werkzaamheden. Het college van burgemeester en wethouders van Breda had echter besloten om de indeling van functies pas vanaf 1 januari 2010 te herstellen, wat leidde tot ongelijke beloning voor gelijke werkzaamheden in de voorafgaande periode.
De rechtbank oordeelde dat de betrokkene recht had op financiële compensatie over de periode van 1 maart 2008 tot 1 januari 2010, omdat het college er bewust voor had gekozen om de ongelijkheid in beloning te laten voortduren. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de betrokkene aanspraak had op compensatie voor de periode waarin hij ongelijk werd behandeld ten opzichte van zijn collega’s. De Raad oordeelde ook dat er geen grondslag was voor het verzoek om functieonderhoud, omdat de betrokkene per 1 maart 2012 in de functie van [functie 2] was geplaatst en er geen veranderingen in zijn werkzaamheden waren geweest.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat het college niet verplicht was om de betrokkene financiële compensatie te betalen voor de periode van 1 januari 2010 tot 1 maart 2012, omdat de ongelijkheid in beloning was opgeheven. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van zowel het college als de betrokkene niet slaagde en dat de aangevallen uitspraken bevestigd werden.