Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek om toepassing van artikel 8:25 van de Awb toe;
- bepaalt dat betrokkene tot zes weken na dagtekening van deze beslissing de gelegenheid heeft zich tot een andere gemachtigde te wenden.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 1 juli 2016, is er een geschil ontstaan over de vertegenwoordiging van een betrokkene door een gemachtigde die geen advocaat is. De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (appellant) heeft bezwaar gemaakt tegen de persoon van de heer [naam] als gemachtigde van de betrokkene, die in Portugal woont. Dit bezwaar is ingediend op 25 april 2016, waarbij de appellant heeft gesteld dat de gemachtigde zich in eerdere zaken heeft bediend van valselijk opgemaakte documenten, wat heeft geleid tot een onjuist beeld van de werkelijkheid.
De gemachtigde heeft in een reactie op het bezwaar aangegeven de beschuldigingen wrang te vinden. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen benadrukt dat partijen in beginsel vrij zijn in de keuze van hun vertegenwoordigers, maar dat er in dit geval doorslaggevende redenen zijn om toepassing te geven aan artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat de Raad bijstand of vertegenwoordiging kan weigeren als er ernstige bezwaren bestaan tegen de gemachtigde.
De Raad heeft uiteindelijk besloten het verzoek van de appellant toe te wijzen en heeft bepaald dat de betrokkene de gelegenheid heeft om zich binnen zes weken na de beslissing tot een andere gemachtigde te wenden. Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op 1 juli 2016.