ECLI:NL:CRVB:2016:2713
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- P.W. van Straalen
- A. Stehouwer
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van woonplaatsbepaling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 26 januari 2015 een eerdere beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk had vernietigd. Appellant ontving sinds 21 april 2010 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en stond ingeschreven op een uitkeringsadres. Echter, het college ontving een anonieme melding dat appellant al vier jaar bij zijn vriendin in een andere gemeente woonde en zijn woning aanhield om zijn uitkering te behouden. Na een onderzoek door de Sociale Recherche, dat onder andere getuigenverklaringen en dossieronderzoek omvatte, besloot het college op 15 april 2014 de bijstand van appellant in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. Appellant ging in beroep, maar de rechtbank oordeelde dat het college voldoende bewijs had geleverd dat appellant niet op het uitkeringsadres verbleef. In hoger beroep betoogde appellant dat er geen heroverweging in bezwaar had plaatsgevonden en dat er sprake was van partijdigheid. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de onderzoeksresultaten voldoende waren om te concluderen dat appellant zijn woonplaats niet in de gemeente had. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand bleven.