ECLI:NL:CRVB:2016:2790
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- H. van Leeuwen
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Weigering van een IVA-uitkering op basis van niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn
In deze zaak gaat het om de weigering van een IVA-uitkering aan appellant, die stelt volledig en duurzaam arbeidsongeschikt te zijn. Appellant, geboren in 1983, heeft na verschillende kortdurende dienstverbanden en periodes van ziekte op 29 november 2012 een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend. De verzekeringsarts heeft de eerste arbeidsongeschiktheidsdag vastgesteld op 1 november 2009, gebaseerd op gegevens van de huisarts die melding maakte van een angststoornis en depressieve kenmerken. De aanvraag voor de Wajong-uitkering werd afgewezen, en het bezwaar hiertegen werd ongegrond verklaard.
Vervolgens heeft appellant een WIA-uitkering aangevraagd, maar het Uwv heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen omdat appellant niet voldeed aan de vereiste wachttijd van 104 weken. Na bezwaar werd dit besluit herroepen en werd appellant vanaf 30 oktober 2011 in aanmerking gebracht voor een WGA-uitkering. De verzekeringsarts concludeerde dat er geen benutbare mogelijkheden voor appellant waren, maar dat er op lange termijn een kans op herstel bestond.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en appellant heeft hoger beroep ingesteld. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij geen duurzaam benutbare mogelijkheden heeft en daarom recht heeft op een IVA-uitkering. De Raad heeft de argumenten van appellant niet onderschreven en bevestigd dat er voldoende onderbouwing is voor de verwachting van herstel op lange termijn. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om met ingang van een eerdere datum dan 30 oktober 2011 een uitkering toe te kennen, en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd.