ECLI:NL:CRVB:2016:3032
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.N.A. Bootsma
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de Minister van Defensie voor schade door een ongeval tijdens een Integrale Beroepsvaardigheidstraining
In deze zaak heeft een ambtenaar, werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag. De ambtenaar had tijdens een Integrale Beroepsvaardigheidstraining (IBT) op 10 januari 2013 een ongeval opgelopen, waarbij hij letsel aan zijn knie had opgelopen. Hij stelde de Minister van Defensie aansprakelijk voor de materiële en immateriële schade die hij had geleden als gevolg van dit ongeval. De minister weigerde echter aansprakelijkheid te erkennen, met het argument dat de ambtenaar zich had kunnen voorbereiden op de training en dat de instructeurs voldoende uitleg hadden gegeven.
De rechtbank verklaarde het beroep van de ambtenaar ongegrond, omdat de minister volgens de rechtbank zijn zorgplicht niet had geschonden. De ambtenaar had zelf aangegeven dat hij wilde deelnemen aan de training, ondanks zijn knieoperatie en het feit dat hij drie jaar niet had getraind. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de zorgplicht van het bestuursorgaan niet inhoudt dat elk risico moet worden uitgesloten, maar dat er redelijke maatregelen moeten worden genomen om de veiligheid van het personeel te waarborgen. Het enkele feit dat er een ongeval heeft plaatsgevonden, betekent niet automatisch dat de zorgplicht is geschonden.
De Raad concludeerde dat de minister niet onzorgvuldig had gehandeld en dat de ambtenaar niet had aangetoond dat de instructeurs onvoldoende uitleg hadden gegeven of dat de sparringpartner te fanatiek was geweest. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.