ECLI:NL:CRVB:2016:3040
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.N.A. Bootsma
- M. Kraefft
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verlenging van plaatsingsduur ambtenaar in verband met niet voldoen aan IBT-eis
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 augustus 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellant, werkzaam als ambtenaar bij de Koninklijke Marechaussee, had verzocht om verlenging van zijn plaatsingsduur van drie naar zes jaar. De minister van Defensie had dit verzoek afgewezen, omdat appellant niet meer voldeed aan de Integrale Beroepsvaardigheidstraining (IBT) eis, die noodzakelijk is voor zijn functie. Appellant had knieklachten opgelopen door een bedrijfsongeval en stelde dat hij hierdoor niet meer aan de IBT-eis kon voldoen. Hij voerde aan dat de minister hem onterecht geen dispensatie had verleend en dat er sprake was van ongelijke behandeling ten opzichte van collega’s die wel een verlenging hadden gekregen.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de minister terecht had gesteld dat de IBT-eis een noodzakelijke voorwaarde was voor de functie van appellant, en dat de minister geen doorslaggevend gewicht hoefde te hechten aan appellants goede staat van dienst of zijn knieblessure. De Raad concludeerde dat er geen sprake was van gelijke gevallen, aangezien appellant niet kon aantonen dat andere ambtenaren in vergelijkbare situaties wel een verlenging hadden gekregen. De Raad bevestigde dat de minister de afwijzing van het verzoek om verlenging van de plaatsingsduur terecht had gehandhaafd, en dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank in stand bleef.