ECLI:NL:CRVB:2016:423

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 januari 2016
Publicatiedatum
4 februari 2016
Zaaknummer
14/6246 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake besluit staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid betreffende bezwaar college van burgemeester en wethouders van Heerenveen

Op 19 januari 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 oktober 2014. De zaak betreft een geschil tussen de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen. De staatssecretaris was in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank, die had bepaald dat hij een nader besluit moest nemen op het bezwaar van het college tegen een eerder besluit van 28 december 2012. Tijdens de zitting trok het college zijn hoger beroep in, waardoor alleen de zaak van de staatssecretaris aan de orde kwam.

De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris inderdaad een nieuw besluit moet nemen. De Raad benadrukte dat het van belang is dat de staatssecretaris inzichtelijk maakt hoe de Inspectie SZW en andere betrokken instanties het causaal verband tussen het tekort en beleidskeuzen toetsen. Dit houdt in dat externe factoren en de maatregelen die het college heeft genomen om uitstroom te bevorderen, in overweging moeten worden genomen. De staatssecretaris kreeg de opdracht om de Inspectie SZW een onderzoeksopdracht te geven om dit inzichtelijk te maken.

De Raad bepaalde verder dat tegen de beslissing van de staatssecretaris op bezwaar slechts beroep kan worden ingesteld bij de Raad zelf, en dat de staatssecretaris in de proceskosten van het college werd veroordeeld tot een bedrag van € 1.984,-. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die tijdens de zitting zijn besproken.

Uitspraak

14/6246 WWB-PV, 14/6248 WWB-PV
Datum uitspraak: 19 januari 2016
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op de hoger beroepen tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 oktober 2014, 13/3277 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (staatssecretaris)
het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen (college)
Zitting hebben: A.B.J. van der Ham (voorzitter) en P.W. van Straalen en J.T.H. Zimmerman als leden.
Griffier: C.A.W. Zijlstra.
Ter zitting zijn verschenen:
- mr. L.E. Sipos en drs. J.A.M. Helderman namens de staatssecretaris en
- J. Tijsma namens het college, bijgestaan door mr. H. Eillert.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
  • bevestigt de aangevallen uitspraak;
  • bepaalt dat de staatssecretaris binnen twee maanden na 19 januari 2016 een nieuwe beslissing op het bezwaar tegen het besluit van 28 december 2012 neemt, met inachtneming van de navolgende overwegingen;
  • bepaalt dat beroep tegen de door staatssecretaris te nemen beslissing op bezwaar slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
  • veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van het college tot een bedrag van
€ 1.984,-;
- bepaalt dat van de staatssecretaris een griffierecht van € 493,- wordt geheven.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
Partijen hebben beide hoger beroep ingesteld. De zaak van de staatssecretaris is geregistreerd onder nummer 14/6246 WWB en die van het college onder nummer 14/6248 WWB.
Inzake 14/6248 WWB
Het college heeft het hoger beroep ter zitting van de Raad ingetrokken.
Inzake 14/6246 WWB
Na het verhandelde ter zitting is niet langer in geschil dat de staatssecretaris, zoals de rechtbank heeft opgedragen, een nader besluit dient te nemen op het bezwaar van het college tegen het besluit van 28 december 2012. Het hoger beroep is gelet daarop ongegrond. Om die reden is de aangevallen uitspraak bevestigd.
Met betrekking tot de inhoud van het nader te nemen besluit zijn partijen het volgende overeengekomen.
De staatssecretaris zal inzichtelijk maken hoe de Inspectie SZW, en in navolging daarvan de Toetsingscommissie WWB en de staatssecretaris zelf, het causaal verband (de vraag of de overstijging van het tekort het gevolg is van beleidskeuzen, dan wel handelen van het college of de gemeenteraad) toetst. Daarbij zal in ieder geval worden betrokken de vraag of en, zo ja, in hoeverre externe factoren (zoals de toename in 2011 van het aantal alleenstaande ouders) en de vele uitstroom bevorderende maatregelen die het college heeft genomen (onder andere gericht op uitstroom uit de WW), gelet ook op de beleidsvrijheid die het college toekomt, worden gewogen bij de beantwoording van de vraag of het tekort het gevolg is van beleidskeuzen, dan wel handelen van het college of de gemeenteraad. De staatssecretaris zal de Inspectie SZW een onderzoeksopdracht geven om dit inzichtelijk te maken.
Met het oog op een voortvarende afdoening van het geschil bestaat aanleiding om met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht te bepalen dat tegen de door de staatssecretaris te nemen beslissing op bezwaar slechts bij de Raad beroep kan worden ingesteld.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) C.A.W. Zijlstra (getekend) A.B.J. van der Ham
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep

HD