ECLI:NL:CRVB:2016:976
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake loonsanctie en re-integratieverplichtingen van werkgever
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 maart 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Gemeente Harderwijk tegen een loonsanctie opgelegd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Gemeente Harderwijk, als werkgever, had een werknemer met psychische en fysieke klachten in dienst, die sinds april 2010 ziek was. De werknemer had een Wsw-indicatie gekregen, wat betekende dat hij intensieve begeleiding nodig had om te kunnen re-integreren. Het Uwv oordeelde dat de re-integratie-inspanningen van de gemeente onvoldoende waren en legde een loonsanctie op. De rechtbank Gelderland had het beroep van de gemeente tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep stelde de gemeente dat zij binnen de grenzen van de redelijkheid had gehandeld en voldoende re-integratie-inspanningen had verricht. De Raad oordeelde dat het Uwv niet voldoende had gemotiveerd waarom de re-integratie-inspanningen van de gemeente onvoldoende waren. De Raad concludeerde dat de gemeente haar re-integratieverplichtingen had nageleefd en dat de loonsanctie onterecht was opgelegd. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, het besluit van het Uwv werd herroepen en het onderzoek naar de schadevergoeding werd heropend. De Raad veroordeelde het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van de gemeente.