ECLI:NL:CRVB:2017:1025
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand en individuele inkomenstoeslag door het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van aanvragen voor bijzondere bijstand en individuele inkomenstoeslag door het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg. De appellanten, die bijzondere bijstand vroegen voor inrichtingskosten, kosten van rechtshulp en een individuele inkomenstoeslag, kregen te horen dat hun aanvragen waren afgewezen. De Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de afwijzing konden rechtvaardigen. De appellanten hadden op 30 november 2014 bijzondere bijstand aangevraagd voor inrichtingskosten, maar het college stelde dat zij deze kosten uit eigen middelen konden voldoen. De aanvragen voor rechtshulp en inkomenstoeslag werden afgewezen omdat de kosten voor de rechtshulp vóór de aanvraag waren opgekomen en de appellanten onvoldoende informatie hadden verstrekt over hun inkomen. De rechtbank had eerder de beroepen van de appellanten ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraken. De Raad benadrukte dat de appellanten niet hadden aangetoond dat zij niet over de middelen beschikten om in hun noodzakelijke kosten te voorzien, en dat de afwijzing van de aanvragen in overeenstemming was met de geldende beleidsregels.