Uitspraak
OVERWEGINGEN
1 juli 2014 niet (voltijds) stond ingeschreven bij een onderwijsinstelling en omdat zij vanaf die datum dan ook geen recht meer had op een studentenreisproduct.
15 april 2015 verloren/gestolen heeft gemeld, zonder daarbij een vervangende kaart aan te vragen. Volgens appellante is zij haar ov-chipkaart echter al vanaf 6 juni 2014 kwijt, toen zij daar voor de laatste keer gebruik van heeft gemaakt. Daarnaast heeft appellante gesteld dat het niet tijdig beëindigen van het reisrecht haar, in verband met haar psychische problemen en de ziektes van haar ouders, niet kan worden toegerekend.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover hierin het beroep tegen het bestreden besluit, voor zover dit ziet op het bezwaar tegen de besluiten van 23 januari 2015 en 27 februari 2015, gegrond is verklaard;
- verklaart het beroep in zoverre ongegrond;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
- bepaalt dat de griffier van de Raad het betaalde griffierecht van € 124,- aan appellante terugbetaalt.