ECLI:NL:CRVB:2017:1570
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- P.W. van Straalen
- J.L. Boxum
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstand en boete wegens verzwegen bankrekening met aanzienlijk saldo
In deze zaak gaat het om de intrekking van bijstand en de oplegging van een boete aan appellante, die een aanvraag om bijstand had ingediend na zich te hebben gemeld. Appellante ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand, maar het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ontdekte dat zij een bankrekening had met een aanzienlijk saldo, wat leidde tot een melding van de Financial Intelligence Unit. Na onderzoek door de gemeente werd vastgesteld dat appellante beschikte over vermogen dat boven de vrij te laten grens lag, wat resulteerde in de intrekking van haar bijstand en een terugvordering van eerder verstrekte bijstandsbedragen. Appellante betwistte de intrekking en de hoogte van de opgelegde boete, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat zij haar inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van de bankrekening. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank die de boete had vastgesteld op € 3.240,- en stelde deze vast op € 1.179,44, waarbij ook de proceskosten van appellante in hoger beroep werden vergoed.