ECLI:NL:CRVB:2017:1740
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering wegens onjuiste opgave verblijfadressen door dakloze
Op 9 mei 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een appellant die op 26 januari 2015 bijstand heeft aangevraagd op basis van de Participatiewet (PW) en aangaf dakloos te zijn. Tijdens de aanvraag heeft hij drie verblijfadressen opgegeven, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft vastgesteld dat appellant niet op deze adressen aanwezig was tijdens controlebezoeken op 18 en 24 maart 2015. Het college heeft de aanvraag afgewezen op basis van onvolledige informatie over de verblijfsituatie van de appellant.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld. De Raad concludeert dat de appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de opgegeven adressen. De aanvraag om bijstand is terecht afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van aanvragers van bijstandsuitkeringen om correcte en volledige informatie te verstrekken over hun verblijfplaats, vooral in situaties van dakloosheid. De Raad bevestigt dat het college de juiste procedures heeft gevolgd en dat de afwijzing van de aanvraag gerechtvaardigd is.