Uitspraak
21 oktober 2014, 14/1434 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
2 augustus 2013 in aanmerking komt voor arbeidsondersteuning en, eventueel, inkomensondersteuning. Zij ontvangt echter pas inkomensondersteuning indien en zolang zij voldoet aan (onder meer) de voorwaarde van artikel 2:39, derde lid, onder c van de Wajong 2010. Nu zij medewerking aan het opstellen van het participatieplan weigert, is de behandeling van de aanvraag dan ook terecht stopgezet en is het bezwaar bij het bestreden besluit terecht ongegrond verklaard.
(€ 12,60 in beroep en € 57,60 in hoger beroep), in totaal € 3.485,20.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond voor zover het betreft het recht op inkomensondersteuning;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover het betreft het recht op inkomensondersteuning;
- draagt het Uwv op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak en bepaalt dat beroep tegen dit besluit slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 3.485,20;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 166,- vergoedt.
L. Koper als leden, in tegenwoordigheid van A.M.C. de Vries als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 juni 2017.