Uitspraak
mr. D. de Jong.
BESLISSING
niet-ontvankelijk.
1 april 2016. In geval van twijfel over de tijdigheid van het instellen van het hoger beroep dient aan betrokkene het voordeel van de twijfel te worden gegund. De termijn voor het instellen van hoger beroep, uitgaande van die twijfel, sloot in het onderhavige geval op
31 maart 2016. Appellant heeft over de gang van zaken op 31 maart 2016 een verklaring afgelegd. De Raad volgt die verklaring niet, omdat de processtukken voldoende harde aanwijzingen bevatten dat de gang van zaken een andere is geweest en dat er geen aanleiding is om appellant het voordeel van de twijfel te geven.