ECLI:NL:CRVB:2017:2507
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een ziekengeldsanctie opgelegd aan een eigenrisicodrager in het kader van de Wet WIA
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een uitzendorganisatie die als eigenrisicodrager optreedt in het kader van de Wet WIA. De appellante heeft een ziekengeldsanctie opgelegd gekregen door het Uwv, omdat zij onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht voor een werkneemster die zich ziek had gemeld. De zaak betreft de vraag of de opgelegde sanctie kan worden bekort. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin is geoordeeld dat de appellante niet tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen de loonsanctie en dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag correct is vastgesteld op 24 oktober 2011. De Raad oordeelt dat de wachttijd, zoals bepaald in de Wet WIA, reeds was vastgesteld en dat de appellante geen deugdelijke gronden heeft aangevoerd om de sanctie te bekorten. De uitspraak benadrukt het belang van formele rechtskracht van besluiten die niet zijn aangevochten en de noodzaak voor werkgevers om tijdig te reageren op sancties.