ECLI:NL:CRVB:2017:2792
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering op basis van verzekeringsgeneeskundige beoordeling en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1989, een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, welke door het Uwv op 11 april 2013 werd afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 1 oktober 2013 ongegrond verklaard. Appellante heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank Oost-Brabant verklaarde het beroep op 29 januari 2015 ongegrond. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek onzorgvuldig is verricht en dat haar beperkingen als gevolg van psychische klachten en verslavingsproblematiek zijn onderschat. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Uwv in het bestreden besluit terecht heeft geconcludeerd dat appellante geen recht heeft op een Wajong-uitkering. De Raad oordeelde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende rekening heeft gehouden met de psychische en verslavingsproblematiek van appellante en dat de geduide functies in medisch opzicht passend zijn. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en veroordeelde het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.980,- bedragen.