Uitspraak
OVERWEGINGEN
WIA-excedentregeling van toepassing is, kan niet worden gevolgd. Niet is gebleken of aannemelijk geworden dat verzoekster gehouden was een WIA-excedentregeling voor haar werknemer af te sluiten.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin een loonsanctie door het Uwv was opgelegd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 augustus 2017 uitspraak gedaan in het verzoek om schadevergoeding. De Raad heeft vastgesteld dat de loonsanctie onterecht was opgelegd en dat verzoekster recht heeft op schadevergoeding. De schadevergoeding is vastgesteld op een totaalbedrag van € 59.528,-, te vermeerderen met wettelijke rente. De Raad heeft overwogen dat de schadevergoeding moet terugbrengen in de toestand waarin verzoekster zou verkeren indien het schadeveroorzakende feit niet had plaatsgevonden. De Raad heeft daarbij de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en de Wet WIA in overweging genomen. De uitspraak benadrukt dat de schadevergoeding moet aansluiten bij het burgerrechtelijke schadevergoedingsrecht en dat alleen schadeposten die in verband staan met het onrechtmatige besluit voor vergoeding in aanmerking komen. De Raad heeft ook de rol van de CAO en het beginsel van goed werkgeverschap besproken, maar heeft geoordeeld dat verzoekster niet gehouden was om 70% van het laatstverdiende loon te betalen in het derde ziektejaar. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met M. Greebe als voorzitter.