Uitspraak
OVERWEGINGEN
auto-ongeval. Na het doorlopen van de wachttijd voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), wordt appellant door het Uwv met ingang van
30 augustus 2006 minder dan 35% arbeidsongeschikt geacht.
12 mei 2011 geen recht is ontstaan op een uitkering op grond van de Wet WIA. De verzekeringsarts heeft het aannemelijk geacht dat appellant destijds is uitgevallen met een whiplash associated disorder (WAD). Ten aanzien van het medisch beeld bij het spreekuuronderzoek heeft de verzekeringsarts overwogen dat geen sprake is van een geheel aan logische en plausibele stoornissen. Hij heeft als diagnose een chronische somatoforme pijnstoornis gesteld. Appellant wordt belastbaar geacht overeenkomstig de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 12 juli 2011. Een arbeidsdeskundige heeft het verlies aan verdiencapaciteit op basis van de voor appellant geselecteerde functies vastgesteld op 8,02%.
23 juni 2011 aan appellant is aangeboden, aangevoerd dat hij zodanig beperkt is dat hij niet belastbaar is.
dr. C.J.F. Kemperman te raadplegen voor een expertiseonderzoek. Deze psychiater heeft op 31 januari 2012 gerapporteerd dat bij appellant sprake is van beroepsmatige problematiek en een aanpassingsstoornis NAO met somatisatie gefundeerd op een persoonlijkheidsvariant met cluster A en C trekken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op basis van zijn bevindingen ter hoorzitting, dossieronderzoek en de uitkomsten van het onderzoek van Kemperman geconcludeerd dat bij appellant sprake is van een aanpassingsstoornis NAO met somatisatie en dat de voor appellant vastgestelde belastbaarheid in de FML van 12 juli 2011 adequaat is.
dr. A. Wunderink verzocht een onderzoek in te stellen. Wunderink heeft op 1 augustus 2014 gerapporteerd dat bij appellant sprake is van afhankelijke persoonlijkheidstrekken en een vermijdende persoonlijkheidsstoornis. Naar de visie van Wunderink kunnen de door appellant gepresenteerde klachten van angsten, vermoeidheid, pijn, gestoord slaap-waakritme en het nagenoeg niet meer buiten de deur komen, niet verklaard worden door de aanwezige psychopathologie. Wunderink heeft zich kunnen verenigen met de in de FML vastgelegde beperkingen ten aanzien van de psyche. In een nader rapport van 30 januari 2015 is Wunderink ingegaan op vragen van appellant. Wunderink heeft daarin nogmaals benadrukt dat geen sprake is van psychopathologie in engere zin bij appellant of van niet-aangeboren hersenletsel.
13 augustus 2015 heeft Niewold uiteengezet dat de cognitieve klachten van appellant verklaard worden door een chronisch pijnsyndroom en dat bij appellant verder sprake is van psychiatrische problematiek. Appellant is hierdoor zwaarder beperkt te achten ten aanzien van het persoonlijk en sociaal functioneren.