Uitspraak
OVERWEGINGEN
S. Groeneveld, verzekeringsarts, als deskundige te benoemen. Op 18 juli 2015 heeft de deskundige rapport uitgebracht. In reactie op het rapport van Groeneveld heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep de opmerkingen van Groeneveld verwerkt in de aangepaste Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 27 juli 2015. Het Uwv heeft aanleiding gezien bij besluit van 11 augustus 2015 (bestreden besluit) de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante per 16 mei 2013 vast te stellen op 71,7%.
9 september 2015 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep uiteengezet waarom hij het door Groeneveld genoemde item wisselende werktijden niet heeft vertaald in de FML van
27 juli 2015. De rechtbank heeft op basis van deze nadere toelichting geen aanknopingspunten gevonden om aan te nemen dat dit een onjuiste vertaling is. Met het rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 10 augustus 2015, gelezen in samenhang met de laatste verzekeringsgeneeskundige rapportage van 27 juli 2015 is voldoende gemotiveerd dat de geselecteerde functies in overeenstemming zijn met de belastbaarheid van appellante.
27 juli 2015. Indien er een beperking bij zitten zou worden opgenomen dan kunnen de geselecteerde functies niet standhouden en wordt appellante op arbeidskundige gronden volledig arbeidsongeschikt. Omdat deze medische toestand al sedert mei 2011 voortduurt kan men spreken van duurzame problematiek en komt appellante in aanmerking voor een
IVA-uitkering. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft appellante een rapport van
dr. N. Kaymaz, psychiater, van 12 februari 2017 in geding gebracht.
BESLISSING
€ 1.237,50;