Uitspraak
18 november 2015, 15/1478 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
31 januari 2014 beëindigd. De werkgever heeft op 25 februari 2014 ziekteaangifte van betrokkene gedaan bij appellant.
ZW-beoordeling het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Daarna heeft een arbeidsdeskundige op basis van een drietal geselecteerde functies berekend dat betrokkene op 29 maart 2014 met passend werk meer dan 65% van haar maatmanloon kan verdienen. Vervolgens heeft appellant bij besluit van 17 juni 2014 vastgesteld dat betrokkene vanaf
30 april 2014 geen recht meer heeft op ziekengeld.
27 maart 2015 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 26 maart 2015 ten grondslag.
4 maart 2014 geen aanspraak kan maken op een uitkering op grond van de ZW, heeft de rechtbank het besluit van 17 juni 2014 herroepen.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Limburg.
A.T. de Kwaasteniet als leden, in tegenwoordigheid van R.I. Troelstra als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 februari 2017.