Uitspraak
22 januari 2016, 13/775 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
WGA-loonaanvullingsuitkering ontvangen. Het Uwv heeft na een herbeoordeling bij besluit van 25 maart 2013 aan appellante meegedeeld dat haar WGA-uitkering met ingang van
1 februari 2014 wordt beëindigd, omdat zij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt werd beschouwd. Bij besluit van 28 augustus 2013 (bestreden besluit 1) heeft het Uwv het bezwaar van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard.
1 februari 2014 recht heeft op een WGA-loonaanvullingsuitkering. Dit besluit is in de plaats van bestreden besluit 1 getreden.
niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De rechtbank heeft hieraan ten grondslag gelegd dat uit de brief van het Uwv van 4 februari 2014 is afgeleid dat appellante weliswaar op 19 maart 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt is beschouwd, maar dat haar WIA-uitkering ongewijzigd doorloopt tot 1 februari 2014 en nadere besluitvorming over de WIA-aanspraken zal plaatsvinden per 1 februari 2014 op basis van een actueel medisch oordeel waarvoor appellante nog zal worden opgeroepen. De belastbaarheid van appellante per 1 februari 2014 zal door het Uwv opnieuw worden beoordeeld, zodat appellante volgens de rechtbank geen procesbelang meer heeft bij handhaving van het beroep tegen bestreden besluit 1.
1 februari 2014 wordt gecontinueerd, weliswaar volledig tegemoet is gekomen aan haar bezwaren, maar de rechtbank had haar verzoek om het Uwv te veroordelen in de proceskosten moeten honoreren. Ten onrechte heeft de rechtbank dit niet gedaan, zodat appellante hoger beroep heeft ingesteld.