ECLI:NL:CRVB:2017:3965
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering IVA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid na auto-ongeval
In deze zaak heeft appellant, die na een auto-ongeval fysieke en cognitieve klachten ontwikkelde, hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om hem een IVA-uitkering toe te kennen. Appellant had zich per 10 december 2010 ziek gemeld en had eerder recht gekregen op een loongerelateerde WGA-uitkering. Het Uwv had vastgesteld dat appellant niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was, wat door de rechtbank Overijssel werd bevestigd in een eerdere uitspraak. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 4 oktober 2017, waarbij partijen niet verschenen. De Raad oordeelde dat de medische grondslag voor de beslissing van het Uwv voldoende was en dat de beperkingen van appellant niet waren onderschat. De Raad concludeerde dat appellant per 15 augustus 2013 niet voldeed aan de criteria voor een IVA-uitkering, omdat hij in staat was om passend werk te verrichten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten opgelegd.