ECLI:NL:CRVB:2017:3981
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Waardering van functie en ijkfunctie in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De appellant, die werkzaam is in een functie die door het college is gewaardeerd op salarisschaal 9, betwistte de juistheid van deze waardering en de keuze van de ijkfunctie. De Raad had eerder, op 22 september 2016, geoordeeld dat de functiebeschrijving en waardering van de functie van appellant niet correct waren en dat er een herwaardering moest plaatsvinden. Het college heeft daarop een nieuwe functiebeschrijving opgesteld en de waardering opnieuw vastgesteld op salarisschaal 9. Appellant heeft in beroep aangevoerd dat de gekozen ijkfunctie onjuist is en dat hij in een hogere salarisschaal ingepast had moeten worden. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de toetsing van functiewaarderingen terughoudend is en dat de gekozen waardering niet onhoudbaar mag zijn. De Raad concludeert dat appellant niet heeft aangetoond dat de gekozen ijkfunctie onjuist is en dat de waardering op salarisschaal 9 stand kan houden. Het beroep van appellant wordt ongegrond verklaard.