ECLI:NL:CRVB:2017:4261
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over intrekking AIO-aanvulling en terugvordering op basis van eigendom woning in Marokko
In deze zaak gaat het om een tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep met betrekking tot de intrekking van de AIO-aanvulling van appellant, die sinds 1 juli 2012 een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen ontvangt. De intrekking is gebaseerd op het feit dat appellant een woning in Marokko in eigendom heeft, wat niet was gemeld aan de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De Svb heeft op basis van een rapport van de Attaché voor Sociale Zaken van de Nederlandse Ambassade in Marokko geconcludeerd dat appellant sinds ongeveer vijf jaar eigenaar is van deze woning, die getaxeerd is op 600.000 Dirham (ongeveer € 54.350). De Svb heeft de AIO-aanvulling per 1 december 2014 geblokkeerd en de over de periode van 1 juli 2012 tot en met 30 november 2014 ten onrechte betaalde AIO-aanvulling van appellant teruggevorderd tot een bedrag van € 7.819,08.
Appellant heeft in hoger beroep betwist dat hij eigenaar is van de woning en aangevoerd dat de Svb niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij beschikt over vermogen in de vorm van de woning. De Raad heeft vastgesteld dat de Svb de last heeft om aannemelijk te maken dat appellant eigenaar is van de woning. De Raad oordeelt dat het rapport van de Attaché niet voldoende feitelijke grondslag biedt voor de conclusie dat appellant eigenaar is van de woning, omdat het rapport geen concrete feiten en omstandigheden vermeldt die de verklaringen van de lokale autoriteiten ondersteunen. De Raad heeft daarom besloten dat de Svb het gebrek in het bestreden besluit moet herstellen door nader onderzoek te verrichten en de feitelijke grondslag van het besluit te motiveren. De Svb krijgt hiervoor een termijn van twaalf weken.