ECLI:NL:CRVB:2017:4270
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- P.W. van Straalen
- P.J. Stolk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de afwijzing van een aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) werd bevestigd. Appellante had zich op 12 september 2014 gemeld voor bijstand en de aanvraag op 18 september 2014 ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft de aanvraag afgewezen, stellende dat appellante onvoldoende medewerking had verleend tijdens een onaangekondigd huisbezoek op 22 oktober 2014. De rechtbank heeft de beroepen tegen de besluiten van het college ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de gedingstukken onvoldoende onderbouwing bieden voor de conclusie dat zij niet meewerkte. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het verslag van het huisbezoek niet aantoont dat appellante onvoldoende medewerking heeft verleend. De Raad concludeert dat het college niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de aanvraag is afgewezen. De rechtbank heeft dit niet onderkend, waardoor de aangevallen uitspraak wordt vernietigd. De Raad geeft het college de opdracht om opnieuw te beslissen op het bezwaar tegen de afwijzing van de aanvraag.
Daarnaast heeft de Raad het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.980,-. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 12 december 2017.