ECLI:NL:CRVB:2017:828
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van maatwerkvoorziening voor vreemdeling op basis van het koppelingsbeginsel in de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J. Sprakel, had verzocht om een tijdelijke maatwerkvoorziening in de vorm van maatschappelijke opvang. Dit verzoek werd door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam afgewezen op 19 juni 2015. Het college verklaarde het bezwaar van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond in een besluit van 9 november 2015, waarbij het zich beriep op artikel 1.2.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant geen vreemdeling is in de zin van de Wmo 2015 en ook niet gelijkgesteld kan worden aan een Nederlander op basis van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. De Raad verwijst naar een eerdere uitspraak van 22 februari 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1, waarin dezelfde juridische overwegingen zijn gemaakt. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de appellant geen aanspraak kan maken op een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is openbaar gedaan op 27 februari 2017, waarbij L.M. Tobé de beslissing heeft genomen in aanwezigheid van griffier R.H. Budde.