ECLI:NL:CRVB:2017:849
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing maatwerkvoorziening voor vreemdeling op grond van koppelingsbeginsel in de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een vreemdeling die verzocht om een tijdelijke maatwerkvoorziening in de vorm van maatschappelijke opvang. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft dit verzoek afgewezen op basis van artikel 1.2.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De rechtbank heeft het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, wat de vreemdeling heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de vreemdeling geen aanspraak kan maken op een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in de wet. De Raad verwijst naar zijn eerdere uitspraak van 22 februari 2017, waarin soortgelijke overwegingen zijn gemaakt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de vreemdeling geen recht heeft op de gevraagde voorzieningen.
De uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke bepalingen in de Wmo 2015 en de voorwaarden die gesteld zijn aan vreemdelingen. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.