ECLI:NL:CRVB:2017:915
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- M. Hillen
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor extra kosten bewindvoering en mentorschap
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.T.A.M. Mes, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor extra kosten van bewindvoering. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Hoorn, omdat deze niet tijdig was ingediend. De appellant stelde dat hij pas bijzondere bijstand kon aanvragen nadat de kantonrechter een machtiging had verleend voor de bewindvoering. De Raad oordeelde dat de kosten voor de bewindvoering waren opgekomen vóór de aanvraag en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de verlate indiening van de aanvraag rechtvaardigden. De Raad bevestigde dat de aanvraag uiterlijk op de dag van de machtiging, 20 december 2013, ingediend had moeten worden. De Raad concludeerde dat het college niet in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel had gehandeld door de aanvraag af te wijzen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.